Butylacetaat, ethylacetaat, nitrocellulose, adipinezuur/neopentylglycol/trimelzuuranhydride-copolymeer, acetyltributylcitraat, isopropylalcohol, acrylaatcopolymeer, stearalkoniumbentoniet, (+/-): mica, CI M777891, CI 15850, CI 15880, CI 19140, CI 77510, CI 77491, CI 77499, CI 77266.

Je hebt rust nodig bij het lakken van je nagels – neem voldoende tijd voor elk van de volgende stappen:

Reinigen: om ervoor te zorgen dat de nagellak goed blijft zitten, moeten je nagels vrij zijn van oude nagellak, vet, vuil, zeep- en crèmeresten. Was daarom je handen grondig en behandel vervolgens elke nagel met wat nagellakremover.

Voorbereiden: gebruik een nagelvijl om je nagels in de gewenste vorm te brengen en duw waar nodig de nagelriemen terug met de ronde kant van de vijl. Breng vervolgens een basecoat aan om verkleuringen lichter te maken, groefjes op te vullen, je nagelplaten te verstevigen of je nagels een verzorgende boost te geven. Laat de basecoat drie minuten drogen.

Lak aanbrengen: het uiteindelijke resultaat staat of valt met de hoeveelheid nagellak op het kwastje – hoe voller de kleur moet worden, hoe dunner elke laag moet zijn. Doe het kwastje in de nagellak en veeg de lak aan één kant af. Plaats het kwastje onder uitoefening van lichte druk met de 'lakzijde' op twee millimeter afstand van de nagelriem in het midden van je nagel. Beweeg het kwastje in de lengte naar het uiteinde van de nagel.

Doe hetzelfde vervolgens nog een keer links en rechts van die streep – en trek tot slot een horizontale lijn over het uiteinde van de nagel. Dat doe je bij iedere nagel. Voordat je de tweede laag aanbrengt, moet je de eerste laag nagellak vijf minuten laten drogen.

Finish: laat de tweede laklaag ook weer vijf minuten drogen. Breng vervolgens je topcoat aan en seal ook het uiteinde van de nagel ermee. Je kunt de wachttijd verkorten met CLARAline snel drogende topcoat.

Corrigeren: verwijder eventuele foutjes met een wattenstaafje die je in nagellakremover hebt gedoopt.